Andere manier voor maaien en onderhoud watergangen

We gaan minder klepelen. Klepelen is het maaien en fijnhakken van gras, riet en andere planten. Op de plekken waar we met brede machines werken gebruiken we geen klepelmaaier meer. Wij passen onze machines hiervoor aan. Het maaisel leggen we op ons onderhoudspad. Is er geen onderhoudspad? Dan leggen wij het maaisel op het aangrenzende perceel. Dat was op de meeste plekken al zo.  

Klepelmaaiers zijn heel stabiel en kantelen niet snel. Dat is belangrijk op smalle onderhoudspaden (smaller dan 3 meter) en steile hellingen. Op deze plekken kunnen we geen andere machines gebruiken, want dat is niet veilig voor de mensen die het onderhoud uitvoeren. Daarom blijven we op deze plekken wel klepelen. Dit mag ook volgens de wetgeving. 

We werken volgens zogenaamde ‘ecologische werkprotocollen’. Hierin staat welke werkzaamheden we uitvoeren en hoe we dit doen. Voor elke locatie hebben we in beeld gebracht of er beschermde planten en dieren voorkomen. Zo weten de collega’s buiten precies hoe ze moeten maaien en waar ze rekening mee moeten houden. We maaien liever buiten het broedseizoen. Dat is beter voor de natuur. Maar dat lukt helaas niet altijd. Op sommige plaatsen duurt het dan te lang tussen de maaibeurten. De kans op wateroverlast wordt dan te groot. Maaien we in het broedseizoen? Dan controleren we altijd eerst of er nesten en/of broedende vogels zitten. Als er beschermde soorten of broedende vogels zitten passen wij onze werkzaamheden aan.  

Bij de meeste watergangen maaien we in het voorjaar 1 van beide oevers. Dat noemen we gefaseerd maaien. Dit doen we in het najaar ook, maar niet op alle plekken. We onderzoeken of we in het najaar nog meer gefaseerd kunnen maaien. Dat is beter voor planten en dieren. Maar het kan zorgen voor een grotere kans op wateroverlast in de winter. We willen dit eerst goed uitzoeken. In het stroomgebied van de Schipbeek maaiden we al gefaseerd in het najaar. Hier wisselen we voortaan op een ander moment van oever.  

Op locaties waar beschermde planten of dieren voorkomen, mogen we niet zomaar onderhoud plegen. Dit betekent dat we bij alle werkzaamheden rekening moeten houden met gevolgen voor de natuur. En we moeten maatregelen nemen om negatieve effecten te voorkomen of te beperken. De natuurwetgeving wordt steeds strenger. Daarom passen wij onze werkwijze aan als dat nodig is. 

Op 1 april 2025 is de nieuwe ’gedragscode bestendig beheer en onderhoud’ voor de waterschappen ingegaan. Hierin staan regels en afspraken voor veel voorkomende onderhoudswerkzaamheden. Werken we volgens deze gedragscode? Dan is dus van tevoren gecontroleerd of de werkwijze voldoet aan de natuurwetgeving.

We hebben meer tijd nodig om effecten van sommige regels uit de gedragscode uit te werken. En we hebben meer tijd nodig om bijvoorbeeld onze machines aan te passen. We werken nu zoveel mogelijk volgens de nieuwe gedragscode. Kan dit nog niet? Dan staat in de ecologische werkprotocollen uitgelegd hoe we de werkzaamheden uitvoeren. We werken verder aan structurele aanpassingen om ons beheer en onderhoud nog natuurvriendelijker te maken. Ondertussen houden we ons aan de omgevingswet en de zorgplicht en leveren we maatwerk.