Vragen en antwoorden herziening peilbesluit beneden-Berkel
Hier vindt u het antwoord op de meest gestelde vragen en antwoorden over de herziening van het peilbesluit beneden-Berkel. Heeft u andere vragen? Neem dan contact op met projectleider Louisa Remesal via telefoonnummer 0314 -369369
De peilschommelingen zijn de afgelopen jaren bovenstrooms en benedenstrooms van de stuwen gemeten. Op een paar uitschieters na bevinden de peilen zich binnen de vastgestelde boven en ondergrenzen van het ontwerp peilbesluit (zie figuren 10, 13, 16 en 18).
In het ontwerp peilbesluit is rekening gehouden met het oplopen van het maaiveld in het stuwpand. In het huidige peilbesluit is dat niet zo waardoor het peil op een aantal percelen eigenlijk te laag is.
De drooglegging voldoet in het nieuwe peilbesluit aan de normen voor grasland. Voor grasland zou de draagkracht hiermee op orde moeten blijven en verwachten we ook geen natschade.
De afgelopen jaren zijn grondwaterstanden op belendende percelen gemonitord. Dit heeft bevestigd dat op het moment dat peilen rond de bovengrens van het nieuwe peilbesluit optraden, de grondwaterstand nog steeds in orde waren. Ook op die momenten voldeed de ontwateringsdiepte aan de norm voor grasland zie figuur 6).
Bij het bepalen van de peilen is in het ontwerp peilbesluit uitgegaan van de maatgevende drooglegging op grasland. Voor bouwlandpercelen kan dit leiden tot een beperking van het gebruik. Als aangetoond kan worden dat een perceel de afgelopen 10 jaar in gebruik is geweest als bouwland en door de invoering van het nieuwe peilbesluit de droogleggingsnormen voor bouwland niet meer voldoet dan wordt de beperking op geld gezet door een beëdigd taxateur en 1-malig gecompenseerd.
De 7 dagen is de maximale termijn die gehanteerd wordt door het waterschap om in te grijpen als de bovengrens wordt overschreden of de ondergrens wordt onderschreden. De extra marge van 10 cm staat daar buiten. Die heeft betrekking op tijdelijke momentane schommelingen.
De 7 dagen over- of onderschrijding heeft geen betrekking op perioden met extreme meteorologische omstandigheden.
Deze werkwijze is in het huidige peilbesluit ook van kracht.
De lijn geeft de verhanglijn aan waarbij het peil over het hele peilvak gemiddeld voldoet aan de droogleggingseis. De gedefinieerde bovengrens is niet het peil dat wordt nagestreefd maar is een maximum. Het merendeel van de tijd is de verhanglijn minder stijl en wordt ook op de laagste delen aan de droogleggingseis voldaan.
De ondergrens en bovengrens werden vroeger gehanteerd als respectievelijk winterpeil en zomerpeil en waren gekoppeld aan min of meer vaste periodes. De onder- en bovengrens zijn behouden maar niet meer gekoppeld aan bepaalde momenten in het jaar. De marge wordt benut om een stuwpeil in te stellen dat past bij de meteorologische omstandigheden en ecologische vereisten.
Het peilbesluit is gebaseerd op grasland omdat dat het meest voorkomende landgebruik is langs de Berkel.
De peilen in het peilbesluit zijn gebaseerd op de drooglegging voor grasland en de hoogtegegevens.
De meetgegevens zijn enkel gebruikt om te verifiëren of de peilvariatie die de afgelopen 5 jaar is opgetreden, past binnen de bandbreedtes die worden voorgesteld in het ontwerp-peilbesluit.
Dit doen we omdat de stromingsvariatie, los van de fysieke inrichting van de Berkel, sowieso nodig is voor het behalen van de ecologische doelen op het hele traject. Als we hiermee wachten duurt het nog langen voordat we aan de ecologische randvoorwaarden voldoen.
Het nieuwe peilbesluit is nodig voor de ecologie op de Berkel.
Voor het halen van de ecologische doelen is naast een meer natuurlijke inrichting ook meer stromingsvariatie nodig. Omdat er in het huidige peilbesluit 1 peil geldt voor het hele peilvak kan aan deze eis niet worden voldaan. Om het peil te handhaven kan een beperkte hoeveelheid water doorgelaten worden naar de beneden-Berkel (maximaal 2 tot 3 m3/sec) waardoor de gewenste stroomsnelheden niet gehaald worden. Het ontwerp peilbesluit biedt die ruimte wel.