Schoon water
Schoon water is een voorwaarde voor een goede volksgezondheid en voor een goed functionerende landbouw, industrie en natuur. Ook draagt schoon water bij aan een prettige omgeving om te wonen, te werken of te recreëren. Het waterschap past waar nodig het watersysteem aan om de kansen voor de ecologie te vergroten en werkt aan het verminderen van schadelijke stoffen in het grondwater en oppervlaktewater. We monitoren de waterkwaliteit en bepalen welke maatregelen in welke gebieden het meest zinvol zijn.
Strategie
Schoon water, een goede inrichting en de juiste hydrologische condities zijn belangrijke voorwaarden voor een gezond watersysteem. Onze missie is om een gezond en schoon watersysteem te realiseren, passend bij de gebruiksfuncties van het water. Voorbeelden zijn watergebruik voor natuur en landbouw, goed drinkwater, schoon zwemwater en de hengelsport. We benaderen dit in samenhang met de waterkwantiteitsopgave (zie WBP-deel Voldoende water).
Water schoon krijgen en houden kunnen de waterschappen niet alleen. Samen met onze partners en gebruikers van water pakken we dit aan, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. We werken samen met gemeenten om in een vroeg stadium strategieën te ontwikkelen die de afvalwaterketen (alle activiteiten tussen drinkwaterwinning en rioolwaterzuivering) verbeteren. Ook werken we met agrariërs aan manieren om uitstoot van nutriënten (voedingsstoffen voor planten, veelal stikstof en fosfaat) en gewasbeschermingsmiddelen naar het grond- en oppervlaktewater te verminderen.
Doelstellingen
Om een gezond en schoon watersysteem te kunnen realiseren, stellen wij in de planperiode 2016-2021 de volgende doelen:
- Een goede ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater.
- Een chemische kwaliteit die de ecologie en gebruik van het oppervlaktewater niet belemmert.
- Een goede specifiek benoemde kwaliteit voor een aantal categorieën wateren, waaronder grondwater, stedelijk water, zwemwater en waardevolle wateren.
Rol van het waterschap
Het waterschap is integraal verantwoordelijk voor de kwaliteit (en kwantiteit) van het oppervlaktewater en ondiepe grondwater. We hebben een belangrijke rol in het volgen van de ontwikkeling van de kwaliteit van het water, het signaleren van ongewenste ontwikkelingen en het beheer van emissies. We hebben de verantwoordelijkheid voor een goede inrichting van het watersysteem, gericht op een goede waterkwaliteit, in samenhang met onze kwantiteitsopgave. We geven vergunningen af en handhaven de door het Rijk vastgestelde richtlijnen, zoals bijvoorbeeld de aangewezen spuit-, mest- en teeltvrije zones. Daarnaast onderzoekt het waterschap de negatieve effecten van stoffen op het oppervlaktewater. Ook geven we voorlichting en advies over hoe voorkomen kan worden, dat stoffen in het water terecht komen.
Typen oppervlaktewater
Het oppervlaktewater wordt in dit waterbeheerplan ingedeeld in verschillende categorieën. De verschillende wateren hebben een relatie met elkaar. Enerzijds omdat water stroomt en water dus van de ene ‘categorie’ in de andere stroomt, en anderzijds omdat sommige wateren in meerdere categorieën vallen.
KRW waterlichamen
Een lijn- of vlakvormig oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater. Onder oppervlaktewateren van "aanzienlijke omvang" vallen waterlichamen met een minimale oppervlakte van 0,5 km2 of een stroomgebied tussen de 10 en 100 km2. Tussen de 10 en 20% van al het water valt onder een KRW waterlichaam.
Lees meer
Overige wateren
De overige wateren zijn de wateren die niet onder een KRW-waterlichaam vallen (80-90% van ons oppervlaktewater).
Waardevolle wateren
Waardevolle wateren zijn wateren met een hoge biodiversiteit en landschappelijke waarden, vastgelegd in de provinciale omgevingsvisie (provinciaal plan waarin de provinciale doelen en belangen staat gedefinieerd, inclusief funtietoekenning). Het betreft veelal bronnen, bovenlopen en vennen.
Stedelijke wateren
Het water dat deel uitmaakt van het stedelijk watersysteem in de bebouwde kom, inclusief bedrijventerreinen en glastuinbouw en alle overige wateren in de stad.
Zwemwateren/zwemwaterlocaties
De door de provincies aangewezen zwemwaterlocaties.
Wetgeving en plannen
Waterwet en het provinciale omgevingsbeleid
In de Waterwet is de zorg van de waterschappen voor schoon grond- en oppervlaktewater vastgelegd. Een belangrijke richtlijn hiervoor, de Europese Kaderrichtlijn Water is door het rijk geïmplementeerd in de Waterwet. Voor het zuiveren van het afvalwater zijn de Waterwet en de normen zoals die zijn vastgelegd in het provinciale omgevingsbeleid, leidend. De Waterwet wordt geïntegreerd in de Omgevingswet.
In het Bestuursakkoord Water staat dat de provincie normen, doelen en begrenzing voor water (o.a. KRW-waterlichamen (watersysteem van bepaalde afmetingen waarover aan de EU gerapporteerd moet worden), waardevolle wateren) vastlegt in de waterbijlage van de provinciale Omgevingsvisie (provinciaal plan waarin de provinciale doelen en belangen staat gedefinieerd, inclusief funtietoekenning).
Deze richtlijnen vormen de kapstok voor het provinciale waterprogramma. Via het provinciale omgevingsbeleid geeft de provincie ook de functies aan die het waterschap moet bedienen. Hiermee stuurt de provincie op de mogelijkheden om een goede waterkwaliteit te bereiken, bijvoorbeeld in de mogelijkheden om de herinrichting van waterlopen in samenhang met de EHS (Ecologische Hoofdstructuur, wordt ook wel nationaal natuur netwerk genoemd) te ontwikkelen. De functietoewijzing geeft ook sturing aan de doelen voor waterkwaliteit, bijvoorbeeld bij de wens om kwelafhankelijke natuur te ontwikkelen.
Lees meer
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)
De Europese Kaderrichtlijn Water heeft als doel de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in een goede toestand te brengen en te houden, en bevordert het duurzaam gebruik van water. De richtlijn geldt voor al het oppervlaktewater maar alleen voor de zgn. waterlichamen geldt een rapportage- en resultaatsverplichting naar de EU.
De invoering van de KRW heeft er toe geleid dat het water administratief ingedeeld is in KRW-waterlichamen en de overige wateren. De doelen en begrenzingen van alle KRW-waterlichamen zijn vastgelegd in de provinciale omgevingsvisie. Het waterschap is verantwoordelijk voor het uitwerken van de doelen en de maatregelen in het oppervlaktewater, de provincie voor de uitwerking van het diepe grondwater. Voor de waterlichamen heeft het waterschap een resultaatsverplichting om de maatregelen uit te voeren die nodig zijn om in 2027 de vastgestelde waterkwaliteitsdoelen te behalen.
Alle uitwerkingen op grond van de KRW worden voor elk stroomgebied landelijk verzameld in een stroomgebiedsbeheerplan (SGBP (stroomgebiedsbeheerplan)). Dit waterbeheerplan valt samen met het SGBP Rijn.