Vaarwegbeheer
Inleiding
Rivieren, kanalen, beken en plassen worden door recreanten en door de beroepsscheepvaart als vaarweg gebruikt. Beide sectoren leveren (economische) meerwaarde voor ons gebied en hebben belang bij goed beheerde waterwegen. Het waterschap wil graag de mogelijkheid bieden om ook varend te genieten van water en de omgeving, en de juiste voorwaarden scheppen voor de beroepsvaart.
Toelichting
Vaarwegbeheer en nautisch beheer
Vaarwegbeheer is de verantwoordelijkheid van de provincies en kan voor een specifieke watergang worden neergelegd bij het waterschap. Vaarwegbeheer is de formele zorg voor het instandhouden van vaarwegen voor de (beroeps)scheepvaart. Dit betekent onder andere dat de vaargeulen op diepte gehouden moeten worden. Hierdoor kan de scheepvaart de vaarweg goed blijven gebruiken.
Het nautisch beheer is de zorg voor een veilige, vlotte en doelmatige afwikkeling van alle scheepvaartverkeer - zowel de beroepsvaart als de recreatievaart. De nautisch beheerder regelt o.a. het verkeer op het water. Ook het nautisch beheer kan voor een specifieke watergang bij het waterschap zijn neergelegd. Waterschap Rijn en IJssel is voor de Oude IJssel zowel de vaarwegbeheerder als de nautisch beheerder.
De uitvoering van het vaarwegbeheer stemmen we af op andere belangen en doelen voor de betreffende watergang, zoals de ecologische doelstellingen en de belangen van de sportvisserij. Afstemming is ook nodig voor het eigen reguliere waterbeheer - waaronder het baggeren - of voor de uitvoering van herinrichtingsprojecten aan de betreffende watergang.
Aanpak
Maatregelen in extreme situaties
Maatregelen in extreme situaties
De waterschappen beheren de watergangen die als vaarweg worden gebruikt zo dat deze geschikt blijven voor gebruik door de scheepvaart. In geval van hoge waterpeilen, wateroverlast of langdurige droogte is het mogelijk dat we peilbeheersingsmaatregelen nemen die de scheepvaart belemmeren. Bij maatregelen in deze extreme situaties betrekken we tijdig vertegenwoordigers uit de beroepsvaart en de recreatievaart.
Scheepvaart Oude IJssel
Scheepvaart Oude IJssel
De Oude IJssel blijft ingericht als een geschikte vaarweg voor de beroepsvaart, voor schepen van de (CEMT) zwaarteklasse II. Dit geldt vanaf de sluis in de IJssel bij Doesburg tot aan de brug in de Slingerparallel bij Doetinchem. Het waterschap voert deze taak uit voor de provincie Gelderland, die hiervoor budget ter beschikking stelt. De gemotoriseerde recreatievaart kan tevens varen op de Oude IJssel.
Het scheepvaarttraject is 17 kilometer lang. Het waterschap bedient in dit traject 10 bruggen en 2 sluizen.
Het waterschap evalueert in de planperiode het beleid en beheer voor de beroepsvaart op de Oude IJssel en stelt dit zo nodig bij.
Recreatievaart
Recreatievaart
In het algemeen geldt dat waar mogelijk, het waterschap de watergangen die het in eigen beheer heeft passief openstelt voor recreatief medegebruik. Er mag dan ongemotoriseerd worden gevaren met bijvoorbeeld roeiboten en kano’s. Gemotoriseerde recreatievaart is toegestaan op de Oude IJssel.
Naast onze taak als vaarwegbeheerder is het waterschap door de provincie als nautisch beheerder aangewezen voor de gehele Oude IJssel. Als nautisch beheerder is het waterschap verantwoordelijk voor een vlotte en veilige vaart. Ons doel is dat de Oude IJssel ingericht blijft als een geschikte vaarweg voor (gemotoriseerde) recreatievaart. Dit betekent o.a. dat we de voorwaarden blijven scheppen voor de recreatietoervaart. De Oude IJssel is als motorbootroute opgenomen in het basistoervaartnet van de landelijke Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland (BRTN). Het doel van de BRTN is het vaarwegennet van bevaarbare wateren in Nederland te behouden en het verder te ontwikkelen.