Maart droogste maand ooit gemeten
Maart was een hele droge maand. Er viel nog geen 5 mm regen. Normaal valt er in maart ongeveer 60 mm regen. Maart was ook een relatief warme maand. Daardoor was er meer verdamping dan normaal. Voor de komende twee weken verwachten we nauwelijks regen. Op 1 april is officieel het groeiseizoen begonnen. We geven antwoord op vijf belangrijke vragen.
1) Hoe droog of nat is het nu bij ons?
Het grondwater is flink gezakt. Op veel plekken staat het grondwater nu lager dan normaal voor deze tijd. Dat komt doordat er vrijwel geen regen is gevallen én er meer water is verdampt door gewassen. Vooral op de hogere zandgronden zijn grondwaterstanden laag. De toplaag van de bodem is op veel plekken al heel droog. De waterstanden in de beken zijn normaal. De waterstanden op de grote rivieren, zoals de Rijn en de IJssel, zijn laag.
De weinige regen en het lage grondwater zorgen nog niet voor problemen. Maar we hebben wel snel regen nodig. Anders nemen de problemen wel toe.
2) Het gebied wordt snel droger. Waar is al dat water gebleven?
Dat water is verdampt en ook afgevoerd. Planten en bomen hebben meer water nodig in de lente. Het was in maart bovendien warmer en zonniger dan normaal. Daardoor verdampen ze nog meer water. Én er is de afgelopen 8 weken nauwelijks regen gevallen. Deze combinatie zorgt ervoor dat de grondwaterstanden snel dalen.
3) Waarom hebben we niet meer water vastgehouden?
Waar dat kon hebben we de hele winter water vastgehouden. We konden niet al het water vasthouden. Want dan hadden we veel meer overlast gehad. De grondwatervoorraad zat vol. Nu proberen de voorraad zo goed mogelijk op peil te houden. Dat doen we door onze stuwen hoger in te stellen. Het water krijgt zo langer de tijd om in de bodem te zakken. Ook de deelnemers van ‘Elke druppel de grond in’ stellen de droogtestuwen weer in werking in de kleinere slootjes. Om de grondwaterstand aan te vullen hebben we regen nodig.
4) Kunnen we droogte voorkomen?
We kunnen droogte niet voorkomen. Als het niet regent wordt het droog. We kunnen wel het moment uitstellen waarop het te droog wordt. Denk dan aan een paar dagen tot weken. Dat is vooral belangrijk in het voorjaar, want dan zorgt een tekort aan water voorde meeste schade. Dus elke week uitstel is gunstig. We voeren ook allerlei projecten uit om het gebied anders in te richten. Zo worden de gebieden minder gevoelig voor droogte én is er meer ruimte voor water in natte perioden.
5) Waarom voeren wij geen water aan als het droog is
Aanvoeren van water lijkt makkelijk. De grote rivieren Rijn en IJssel stromen namelijk vlakbij ons. Maar al onze beken stromen juist naar deze rivieren toe. Bovendien ligt ons gebied hoger dan deze rivieren en hoger dan veel andere delen van Nederland. Daarom kunnen we in het grootste deel van ons gebied geen extra water aanvoeren. Alleen bij de Berkel en de Schipbeek kunnen we beperkt water aanvoeren. Dit is maar een klein stukje aan de noord-westkant van ons gebied. We zijn dus afhankelijk regen.