Maaischema sloten die droog vallen type 3B

Planten en dieren in en rond onze wateren zijn belangrijk. We houden hier zoveel mogelijk rekening mee. Deze kleine sloot zorgt heel lokaal voor de afvoer, aanvoer en het opvangen van water. De sloot kan ook genoeg water afvoeren, maar er moeten niet te veel planten in staan. De sloot staat een deel van het jaar droog. Als de sloot overstroomt zorgt dit alleen heel lokaal voor overlast. 

 

We maaien in het voorjaar en in het najaar. We laten minimaal 25% van de planten in het water staan. Zo kunnen dieren altijd ergens schuilen en voedsel zoeken. 

Tussen 1 mei en 14 juli

In het voorjaar maaien we de bodem en één oever. We laten 25% van de planten in het water staan. De andere oever maaien we niet. Welke oever we in het voorjaar maaien wisselt om het jaar. 

Linker oever en bodem maaien

We maaien één oever en de bodem.

Tussen 1 september en 15 november

In het najaar maaien we beide oevers en de bodem. Deze sloot valt bijna elk jaar droog.  Daardoor komen er geen planten en dieren voor die afhankelijk zijn van water. 

Beide overs en bodem maaien

We maaien beide oevers en de bodem.

Uitzonderingen

  • Als er beschermde soorten zitten maaien we vanaf 1 oktober. Of we nemen extra maatregelen om de soort te beschermen.
  • We maaien niet als het water warmer is dan 25 graden of als er ijs ligt. 

Hoe vaak komen wij langs?

Wij maaien de oevers vaak met andere machines dan de bodem. Ook voor het onderhoudspad gebruiken wij weer andere machines. Soms maaien we met een boot. Soms voeren we het maaisel af. Wij komen per maaironde dus vaker dan één keer langs. 

Toegang

Soms is er langs het water een onderhoudspad. Dan rijden wij daar overheen. Soms hebben we geen onderhoudspad. Dan rijden we over het perceel dat het dichtstbij ligt.  Het is belangrijk dat het onderhoudspad of toegangsweg altijd vrij toegankelijk is. Plaats hier geen hekken, omheining of schuurtjes. 

Onderhoudspaden

Wij maaien ook onze onderhoudspaden. Wij maaien het onderhoudspad in elk geval voor elke maaironde. Het hangt van de breedte van het pad af hoe vaak we precies maaien.

Smalle paden

Smalle paden (minder dan drie meter breed) maaien we drie tot vijf keer. Dus ook buiten de periode waarin we de beek maaien. Dat is nodig zodat onze collega's zien waar ze rijden.  En we voorkomen dat het gras te hoog wordt. Vogels nestelen graag in hoog gras en er liggen vaak jonge reeën. We voorkomen het nestelen voor een deel door regelmatig te maaien.

Brede paden

De brede paden (breder dan drie meter) maaien we het liefst alleen in het najaar. Soms is het nodig deze ook al in het voorjaar te maaien. Als dat nodig is doen we dat na 15 juni. Op onderhoudspaden langs een ecologische verbindingszone gebruiken we geen klepelmaaier.

Stel je vraag

Heb je een vraag over het maaien? Is je iets opgevallen of hebben wij per ongeluk iets beschadigd? Laat het ons weten!

Melding doen over water en onderhoud
Maaien van een dijk door een tractor