Deze beek of sloot draagt beperkt bij aan de afvoer, aanvoer en het opvangen van water. Dit water stroomt soms. Als de sloot overstroomt zorgt dit alleen heel lokaal voor overlast. De natuur in en om het water is belangrijk. We passen het onderhoud hier zoveel mogelijk aan op de natuur. Maar het water moet wel goed kunnen doorstromen.
We passen het onderhoud hier zoveel mogelijk aan op de natuur. We maaien de oevers en de bodem zo min mogelijk. Een groot deel van het jaar is tenminste 10% van de planten onder water gemaaid. We laten de planten op een van beide oevers staan tot 1 september. In het najaar maaien we beide oevers en de bodem. We laten dan minimaal 25% van de planten onder water staan. Zo kunnen dieren altijd ergens schuilen en voedsel zoeken.
Tussen 1 mei en 14 juli
Tussen 1 mei en 14 juli maaien we de linker oever en de bodem. We laten 25% van de planten staan. De rechter oever maaien we niet.

We maaien de linker oever en de bodem.
Tussen 1 september en 15 november
Tussen 1 september en 15 november maaien de beide oevers en de bodem. 25% van de planten onder water laten we staan.

We maaien beide oevers en de bodem.
Hoe vaak komen wij langs?
Wij maaien de oever van een beek of sloot vaak met andere machines dan de bodem van het water. Ook voor het onderhoudspad gebruiken wij weer andere machines. Soms maaien we met een boot. Als wij in een periode de bodem en de oevers maaien komen wij dus vaker dan 1 keer langs. Wij maaien het onderhoudspad van de grotere beken en sloten al voor de eerste maaironde. Dus al voor 1 mei. Soms rijden wij over het onderhoudspad bij jou in de buurt om een ander deel van de beel of sloot te bereiken. Daarom is het belangrijk dat het onderhoudspad altijd vrij toegankelijk is. Plaats geen hekken, omheining of schuurtjes op het onderhoudspad.