Deze beek of sloot draagt beperkt bij aan de afvoer, aanvoer en het opvangen van water. Dit water stroomt soms. Als de sloot overstroomt zorgt dit alleen heel lokaal voor overlast. De natuur in en om het water is belangrijk. We maaien hier zo min mogelijk.
We passen het onderhoud hier zoveel mogelijk aan op de natuur. We maaien de oevers en de bodem zo min mogelijk. Een groot deel van het jaar is meer dan 10% van de planten onder water gemaaid. We maaien alleen in het najaar. We maaien dan beide oevers en de bodem. We laten dan minimaal 25% van de planten onder water staan. Zo kunnen dieren altijd ergens schuilen en voedsel zoeken.
Tussen 1 september en 15 november
Tussen 1 september en 15 november maaien we beide oevers en de bodem. 25% van de planten onder water laten we staan.

We maaien beide oevers en de bodem.
Hoe vaak komen wij langs?
Wij maaien de oever van een beek of sloot vaak met andere machines dan de bodem van het water. Ook voor het onderhoudspad gebruiken wij weer andere machines. Soms maaien we met een boot. Als wij in een periode de bodem en de oevers maaien komen wij dus vaker dan 1 keer langs. Wij maaien het onderhoudspad van de grotere beken en sloten al voor de eerste maaironde. Dus al voor 1 mei. Soms rijden wij over het onderhoudspad bij jou in de buurt om een ander deel van de beel of sloot te bereiken. Daarom is het belangrijk dat het onderhoudspad altijd vrij toegankelijk is. Plaats geen hekken, omheining of schuurtjes op het onderhoudspad.